Met hoeveel e’s je het ook schrijft, de wil van de Here is een lastig dingetje. Zeker voor pioniers en andere mensen die zich geroepen weten tot hun taak.
Heb jij ook het gevoel dat God zelf je op deze plaats gesteld heeft? Misschien zul je het niet met zoveel (klassieke) woorden zeggen, maar dat God ‘er iets mee te maken heeft’ ervaren de meeste pioniers wel.
En dat is mooi, maar ook lastig. Want als God wil dat je dit werk doet, dan heb je al snel het gevoel dat je er ook vol voor moet gaan. Half werk is niet genoeg voor God. Dat zou voelen als vloeken in de kerk.
En ook voor je eigen geloof is het belangrijk. Je wilt je eigen enthousiasme overbrengen, delen van wat je raakt. Bovendien, als je het op zou geven, wat blijft er dan nog van je geloof over? En van jezelf?
En: als jij het niet doet, wie doet het dan wel?
Een roeping kan eenzaam zijn, en zwaar.
Elia ervaart dat ook. Lees maar in 1 Koningen 19. Vrij vertaald: zijn team is weggevallen en Elia wordt bang. Hij ziet geen uitkomst meer en wil eigenlijk alleen nog maar dood. Hij is zwaar teleurgesteld in het leven, in zijn lot en vooral ook in zichzelf.
Maar dan komt de mooie kant van een roeping: God bemoeit zich ermee.
En God komt niet met aanmoedigingen en eisen. Zegt niet ‘kom op joh’ of ‘hou vol’. Nee, God stuurt een engel die Elia aanraakt. Die hem nabij is en hem wat te eten en te drinken geeft. En die dat nóg een keer doet. Genoeg voor Elia om verder te gaan. Zijn weg is nog steeds eenzaam, en nog steeds uitzichtloos. Maar heel voorzichtig durft Elia God weer onder ogen te komen. Hij vreest boosheid, geweld, donderend geraas, want hij heeft zijn eigen veeleisendheid op God geprojecteerd. Maar gelukkig blijft God wie hij altijd al is geweest. En God vraagt in een zachte bries ‘Wat doe je hier?’. Waar ben je nu toch in beland, jongen? – lief, zorgzaam, teder is die vraag. En Elia verdedigt zich weer, tegen de verwijten die hij zichzelf maakt.
En God? God zegt niet ‘hup, en nou weer aan het werk’. En ook niet ‘kop op, je kunt het’. Of ‘ach joh, het valt toch wel mee?’ Of ‘tja, we hebben het allemaal wel eens zwaar’. Nee, God zegt ‘stop er dan mee’ en hij zorgt voor een opvolger.
Soms is genoeg ook gewoon genoeg. Gaat het niet meer. Wie herkent dat niet soms, of heel vaak?
Ik wens je toe dat je, net als Elia, midden in dat verlaten, nare gevoel, ontdekt hoe liefdevol en nabij God is, hoe zorgzaam en zachtmoedig. En dat je uiteindelijk, misschien pas na een hele tijd, uit je harde schulp durft te kruipen, om te luisteren naar een stille stem die vriendelijk tot je spreekt: ‘Waar ben je nou toch weer beland?’
En dat je dan de tijd neemt om te antwoorden, dat je jezelf serieus neemt en erop kunt vertrouwen dat alles wat jij los laat, wordt opgevangen in Gods hand. Hij zal wel zorgen dat het verder gaat.
Dát is wat de He(e)re wil…