Ik schrijf deze blog met een slapende hond naast me. En je wilt niet weten hoe het hier ruikt. Ik weet niet wat hij gegeten heeft, maar het is niet best.
En tegelijk denk ik: wat heerlijk om zo te zijn. Helemaal jezelf. Lekker slapen, lekker stinken, geen enkele vorm van keurigheid om hoog te houden.
Waren het vroeger je ouders, de kerk, de school en gewoon ‘hoe het hoort’ die bepaalden wat wel en niet goed was, tegenwoordig nemen tv-programma’s deze rol over. We zien hoe vreselijk het is om alleen te zijn, hoe dramatisch het is om een rommelig huis te hebben en hoe afschuwelijk het is als je te zwaar bent. En natuurlijk is het ook belangrijk wat ‘men’ van je vindt.
Hoewel de bedoelingen ongetwijfeld goed zijn, is het ook pijnlijk: wat als je niemand hebt om mee samen te zijn, of als je gewoon liever alleen bent? Wat als je gewoon geen zin of puf hebt om te stoppen met slechte gewoontes, of als die gewoontes je op een of andere manier helpen? En wat als je niet kúnt veranderen?
Niet ieders leven is perfect, niet iedereen heeft dezelfde behoeftes en mogelijkheden. Dat vergeten we nog wel eens. Je bent zo makkelijk geneigd om over de keuzes van een ander te oordelen. Omdat je het niet snapt, omdat je er geïrriteerd door raakt of omdat het je angstig maakt. En ook omdat het je wijst op je eigen imperfecties. Want ga maar na: hoe perfect ben jij? Pas jij in dat plaatje van de altijd sociale, fitte, vrolijke, hard werkende man of vrouw die alles keurig op orde heeft? Ik pas er niet in ieder geval. Ik ben soms niet sociaal, moe, chagrijnig, lui en heb de boel heus niet altijd op orde. En dan heb ik het nog niet eens over de grotere fouten die ik soms maak.
Mag daar misschien ook wat ruimte voor zijn? Voor de minder perfecte kanten van het leven en de minder perfecte kanten van ieder mens? En zullen we dan stoppen met oordelen?
Oef. Ik probeer het vaak, om mezelf en anderen zo te accepteren. Het blijft een uitdaging.
Ik ga mijn stinkerd een knuffel geven.