Pionieren rond de Kerststal

Ze hebben huis en haard verlaten en zijn al even op reis. Ze trekken vanuit het oosten naar westen. Ze hebben onderweg het landschap zien veranderen. Wat hen vertrouwd was, is allang niet meer te zien. Alles is anders, alles is nieuw. Ze zijn op pioniersreis gegaan. Ze hebben hun hart op iets hogers gericht. Daar, in de verte zien ze een ster, ze luisteren naar hun dromen, ze luisteren naar wat hun wijsheid ze vertelt: daar moet je heen, daar is een koningskind geboren, daar is heil te vinden.

Ze reizen zoals het gaat. Soms op hun gevoel, soms op hun verstand. 
Dat dat laatste niet altijd handig is, blijkt als ze op basis van hun gezonde verstand bij het paleis aankomen. Daar treffen ze Herodes, symbool van het kwaad. Hij wil ze onmiddellijk inzetten om zijn kwade plannen ten uitvoer te brengen. Ook liefhebben en dienen heeft zijn grenzen. De grens van de wijze reizigers is hier bereikt.

Snel gaan ze weer verder, vertrouwend op hun gevoel dat ze zegt dat dit géén goed nieuws is. Niet elke uitbreiding van je netwerk is vruchtbaar.

Ze richten zich weer op dat licht, dat hen al die tijd al heeft geleid. Daar, daar is het. Daar moeten ze zijn.

Kun je je voorstellen dat je na een lange reis, vol verwachting, vol hoop en dromen, vol avonturen ook, aankomt bij een stal? Niet zo’n romantisch versierd kerststalletje, maar een functioneel (lees: stinkend en ongezellig) exemplaar. Daar moet het dus zijn. Dat is dus het doel van je reis, waar je je hoop en je geloof vandaan moet halen. 

Toch gaan ze naar binnen, bieden ze zelfs hun geschenken aan. Als je ergens bij wilt horen, geaccepteerd wilt worden, moet je ook zelf iets inbrengen.

Precies dat is ‘geloven verkennen’. 

Het Joodse geloof van Jozef en Maria en de Oosterse mystiek van de wijzen komen met elkaar in aanraking. En nergens vermeldt Matteus iets over ongemak, een botsing of ongenoegen. Er wordt ook nergens vooraf onderhandeld of gevreesd voor té grote cultuurverschillen. 

Ja, alleen die Herodes, die moeten de wijzen links laten liggen, op de terugweg. Want het kwaad moet je zo min mogelijk aandacht geven.

Maar zij hebben hun geschenken gegeven en daarmee iets goeds gedaan, voor het kind, diens ouders en voor zichzelf. En ook voor hun nabestaanden die soms wat moeite hebben met diversiteit. De wijzen laten ons zien: je hoeft niet bang te zijn voor mensen die anders zijn en anders geloven. God zelf laat je wel voelen waar het échte kwaad zich bevindt.


Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Marloes-Meijer-profielfoto.jpg
Marloes Meijerpionierspastor