Heb je wel eens geluisterd naar de tekst van de Franse chanson ‘Me voilá’ (Eurovisie Songfestival 2021)? De zangeres zingt stoer: ‘dit ben ik, half in de schaduw, maar dit ben ik’. En ze bezingt haar moeite ‘zie mij, want ik kan niet van mezelf houden’.
Er zijn dagen dat je je zelfverzekerd genoeg voelt om te denken ‘neem me maar zoals ik ben’. En op andere dagen heb je echt een ander nodig om overeind te blijven.
Het is misschien cliché, maar ik ben dan blij dat ik in een God kan geloven die ons aanmoedigt om te worden wie we ten diepste zijn én die ons liefheeft zoals we (nu al) zijn.
We leven in een wereld waarin we elkaar graag op fouten wijzen. Of eigenlijk: waarin we elkaar met liefde en plezier neersabelen op social media en vaak ook in real life. Soms uit chagrijn, soms uit verkeerd-uitgepakte-goede-bedoelingen en sommige mensen lijken het kleineren en negatief doen tot een missie verheven te hebben. Ik word er een beetje verdrietig van soms, al die lelijke woorden, en vaak ook: dat gezeur om niks van mensen die elkaar niet of nauwelijks kennen. Het helpt vaak geen moer, zeker niet als je hoopt dat mensen zichzelf zullen worden.
Toch is het soms nodig om iemand aan te spreken op de keuzes die hij of zij maakt. Of om op zijn minst te vertellen wat het met jou doet of heeft gedaan. Maar dat kan alleen als je een relatie met elkaar hebt. Een liefdesrelatie, een vriendschap, een werkrelatie. Als je regelmatig met elkaar optrekt, kun je zeggen dat iets ‘stom’ was. Als je het benoemt, kan die ander nagaan hoe het een volgende keer anders en beter kan. Dat kan jullie relatie verbeteren. Dan is het wel de kunst om niet steeds weer terug te komen op die fout, maar om de ander echt opnieuw te laten beginnen, met een schone lei.
Als je iemand niet (goed) kent, kan dat dus niet. Je weet namelijk niet wat er speelt in iemands leven en hoe iemand tot die, in jouw ogen stomme, fout is gekomen. En nog belangrijker: als je elkaar niet kent, kun je elkaar ook niet de kans geven om opnieuw te beginnen. Je correctie blijft in de lucht hangen. De fout ook. Daar is uiteindelijk niemand mee gebaat.
Iedereen maakt fouten. Dat is onvermijdelijk. Maar geef elkaar de ruimte om te leren van fouten en ze te herstellen.
Alleen als je ruimte krijgt (ipv harde oordelen), kun je ontdekken wie je ten diepste bent.
In je relatie met God kan dat heel goed. Die geeft ons daar de ruimte en de tijd voor.
In Gods liefde kunnen we zingen: ‘Neem mij aan zoals ik ben, zuiver uit wie ik zal zijn, druk uw zegel op mijn ziel en leef in mij’ (lied uit de gemeenschap van Iona).
Misschien moeten wij dat elkaar ook wat meer gunnen; tijd en ruimte om steeds wat meer onszelf te worden. En dan zingen we naar onszelf en naar elkaar: me voilá, dit ben ik, met al mijn fouten en onhandigheden, maar dit ben ik.