Goed nieuws voor de wereld

Lezing over ‘heil’ voor pioniers, pionierstraining 28 september 2019

‘Zie, ik verkondig jullie grote blijdschap’ (Luc. 2:10)

Pionieren roept twijfels op. Twijfels over het evangelie. Wat schieten mensen er mee op? Waarom zou je eigenlijk christen zijn of anderen uitnodigen het te worden? Dit zijn belangrijke vragen over het ‘heil’. Immers, als je geen idee hebt waarom mensen iets met Jezus zouden moeten hebben, krijg je al gauw het probleem dat je vooral aan het rekruteren bent voor een religieus instituut. Als je je zicht verliest op Jezus en het Koninkrijk van God, dan wordt de kerk al snel heel belangrijk.

Piketpaaltjes

Als christenen over ‘heil’ praten en denken, lijkt het me belangrijk dat we recht doen aan een aantal zaken. Hieronder volgen drie ‘piketpaaltjes’. 

Het Nieuwe Testament en de traditie

Wat we zeggen over heil, moet verbonden zijn met wat centraal staat in het Nieuwe Testament en de christelijke traditie. Oftewel het leven, het werk, de dood en de opstanding van Jezus Christus. De leidende vraag bij heil is dus eigenlijk altijd: waarom Jezus? In het Nieuwe Testament staan verschillende benaderingen om uit te leggen wat Jezus betekent. De centrale boodschap wordt voor mensen met verschillende vragen en in verschillende contexten niet altijd op dezelfde manier gebracht. Hoe zit dat in jouw context? Hoe kan Jezus ‘goed nieuws’ zijn, niet in het algemeen, maar voor hen?

Leven hier en nu

Veel pioniers zijn diep gemotiveerd door hun eigen geloofsweg. De manier waarop zij zelf verbonden raakten met Jezus, is voor hen ook een motivering om het te delen met anderen. Ik denk dat het behoorlijk verlammend kan zijn voor je missionaire vrijmoedigheid als je geen idee hebt wat mensen ermee ‘opschieten’ in het hier en nu om in Jezus te geloven en hem te volgen. Hoe is dat voor jou? Helpt het evangelie om ‘meer mens te worden’ (in plaats van meer ‘christen’)? Gelukkiger, socialer, aardiger, vrijgeviger, gezonder, welvarender? 

De vragen van mensen

Het evangelie kan ook vandaag goed nieuws voor de mensen zijn. We staan voor de uitdaging te getuigen hoe Jezus ‘heilvol’ kan zijn voor de vragen die mensen nu hebben. Een probleem dat we in het Westen hebben, is dat mensen in het algemeen weinig op hebben met religieuze antwoorden op hun vragen. Hier kunnen we leren van de wereldkerk. In Afrika is dit anders. Daar heb je als christen niets te zeggen als je geen antwoord hebt op vragen waar iedereen mee zit: armoede en ziekte. Dit roept ook dilemma’s op. Moeten we voorkomen dat mensen het evangelie alleen maar interessant vinden omdat het hen helpt hun eigen problemen op te lossen? Of is dat niet zo’n probleem, en moeten we blij zijn dat ze er überhaupt iets mee willen?


Onderzoek onder pioniers

In ons recente onderzoek naar voorstellingen van heil bij pioniers zie je een enorme rijkdom, maar in het algemeen zie ik drie groepen: 

  • Pioniers die (nog) heel goed kunnen werken met een klassieke heilstheologie van hemel, hel, oordeel en persoonlijke redding. Zij werken vaak met asielzoekers, valt me op.
  • Pioniers die hier niet zo goed meer mee uit de voeten kunnen, maar tegelijk zich ongemakkelijk voelen daarover, en nog niet echt iets hebben gevonden dat hen opnieuw kan bezielen. Dit zijn vaak wat jongere mensen in hun eerste baan, met een evangelicale achtergrond.
  • Pioniers die een eigen heilstheologie hebben gevonden en verder ontwikkeld door de jaren heen. Zij zijn vaak al wat ervarener, en meestal ook al in hun tweede of derde baan. Zij zijn – misschien niet toevallig – ook geschoolde theologen.
Tot slot wat ideeën van mezelf

Volgens mij draait het grote verhaal van de Bijbel om de eenheid van God en Zijn schepping. Ik zie het Koninkrijk van God, de toekomst van God, primair als een gemeenschap van verzoende mensen die in harmonie leven met de schepping. Wij zijn op aarde, wij zijn mens om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dat is het grote gebod, en alles hangt daaraan.

Dit grote verhaal van gemeenschap en liefde roept allerlei vragen en perspectieven op, omdat er allerlei kloven door de mensheid lopen. Bijvoorbeeld:

  • Hoe kan dit een gemeenschap zijn waar daders en slachtoffers samenleven? Het betekent dat je in gaat zien dat de meest idealistische weg ook een weg is naar nieuw geweld en polarisatie. Het opent de reële mogelijkheid dat je geen deel zult uitmaken van die gemeenschap als je niet bereid bent om vergeving te ontvangen.
  • Hoe kan dit een gemeenschap zijn waar sterken en zwakken samenleven? Leven in de richting van dit Rijk betekent oefening in nederigheid, in afzien van je recht, in leren geven en delen.
  • Hoe kan dit een gemeenschap zijn waar mensen uit verschillende culturen en talen samenleven? Hier gaat het om een zoektocht waarin enerzijds dat wat ons eigen en uniek maakt bewaard blijft, terwijl het tegelijk niet meer ‘verdelend’ werkt.

Ik zie het christelijk geloof dus als een weg waarin we leren om lief te hebben. En die weg is er één waar het Koninkrijk op een mysterieuze manier verbonden is met het kruis (de omkering van verhoudingen, het oordeel over zonde en egoïsme, de verklaring van onbeschrijfelijke liefde). Heil is dan enerzijds dat we als pioniers tekenen en voorbeelden scheppen van dit soort gemeenschap (vaak heel fragiel en tijdelijk), en anderzijds het verhaal blijven vertellen dat dit soort voorbeelden betekenis geeft en zin verleent. Maar ik denk wel dat deze gemeenschapsthematiek ons volop in staat stelt de relevantie van Jezus’ leven, sterven en opstaan te laten zien, en tegelijk volop in de wereld te staan. Want dit leven van Jezus is hét leven. Ik kan het niet anders zien.

Stefan Paas (samenvatting Maarten Atsma)