Antiochië gaat pionieren

‘…nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan.’ (Handelingen 13:3)

In de jonge gemeente Antiochië is een pioniersproject gestart. Twee van hun leraren, Barnabas en Saulus, worden eropuit gestuurd om elders het Evangelie van Jezus te vertellen en nieuwe geloofsgemeenschappen te stichten. Hun is de handen opgelegd en ze zijn weggezonden. Misschien was dit wel het grootste pioniersproject van de kerk ooit.

Heeft pionieren wel zin? Vaak is er niet genoeg geld. De gemeente van Antiochië is zelf ook niet rijk. Maar als er een beroep op hen wordt gedaan, dan komt er geld. De volgelingen van Jezus geven ieder naar vermogen ten dienste van de broeders en zusters die in Judea zijn vanwege de hongersnood. Als er een beroep wordt gedaan op de vrijgevigheid komt het geld er wel.

Er is wel een ander bezwaar denkbaar. Waarom sturen nu ze nu juist Barnabas en Saulus eropuit? Zij zijn de pijlers van de gemeente. Ze zijn er nog maar net een jaar en hun onderwijs is zo goed en opbouwend voor de jonge gemeente. De gemeente is in de groei en moet alle zeilen bijzetten om dit goed te laten verlopen. Zij kan deze mensen juist zelf zo goed gebruiken. Er zijn altijd mensen te kort, en dan ook nog je beste mensen eropuit sturen?

Daarbij lijkt dit project weinig toekomst te hebben. Het projectplan is niet eens zo heel helder omschreven. En wat kunnen twee mensen nu voor elkaar krijgen in een wereld die er niet op zit te wachten? De cultuurverschillen zullen te groot zijn. Het is een weinig realistisch plan.

Toch doorzetten…

Maar toch zet de gemeente van Antiochië door. Er zijn vier uitgangspunten die hen tot dit project hebben gebracht. Allereerst zijn er profeten in Antiochië. Visionaire gemeenteleden die verder durven kijken dan hun neus lang is. Die dromen dromen en verlangens onder woorden brengen. Mensen met visie. Zij hebben het plan onder de aandacht gebracht.

Daarbij is de gemeente diep geraakt door de genade van God. Leven uit genade maakt je een genadig mens. Je houdt het niet voor jezelf maar wilt het delen met anderen. Gods genade en liefde in Jezus, de Gekruisigde, moet de wereld in. Leven uit Gods genade zorgt voor een breed draagvlak in de gemeente voor dit pioniersplan.

Ten derde is het de Geest Zelf die hun vertelt dat ze dit moeten gaan doen. Er wordt geluisterd naar de Geest. Die profeten zitten bij elkaar, ze vasten en bidden. Ze nemen de tijd en de rust om zich op God te richten. Het gaat hen niet om eigen gedachten en ideeën. Ze proberen juist eigen verlangens los te laten. En het wordt gewoon duidelijk, dit moeten ze gaan doen. Niet één persoon claimt de Geest te hebben gehoord, maar ze worden het er samen over eens: dit is wat de Geest wil. God heeft Barnabas en Saulus hiertoe geroepen.

Ten slotte is het dan ook gewoon zegenen en laten gaan. De handen opleggen en loslaten. Zegenen en zien wat ervan komt.

Daar gaan ze, de pioniers, Barnabas en Saulus. Zal het een succes worden? Zal het pioniersplan slagen? Veel hindernissen moeten ze overwinnen, tegenslagen incasseren en teleurstellingen verwerken …

Als ik gemeentelid zou zijn geweest in Antiochië zou ik er een hard hoofd in hebben. Ik weet het niet, of dit wat wordt. Eerst maar eens zien …

DSC07657ds. D.Hoolwerf ( aan de hand van Handelingen 11:22-13:4)

 

Foto: www.istockphoto.com